Het openbaar vervoer zorgt ervoor dat de auto minder plaats inneemt in de stad, vermindert zo de vervuiling en maakt de files kleiner. De Brusselse openbare vervoersmaatschappij MIVB waakt ook op andere vlakken over duurzame mobiliteit. Zo kwam de organisatie in haar zoektocht naar een groene energiebron via AYA in contact met Aspiravi. Als producent van windenergie zal Aspiravi 50 GWh/jaar leveren: goed voor 20% van het hoogspanningsverbruik van de MIVB.
Volgens de kerncijfers van de MIVB daalt de CO2-uitstoot van een verplaatsing gemiddeld vier keer meer door het openbaar vervoer te gebruiken in plaats van de auto. Maar de organisatie realiseert duurzame mobiliteit ook op andere vlakken. Verschillende initiatieven vormen samen een centrale strategie waarmee de MIVB haar impact op het milieu beperkt.
Zo waakt de organisatie over het ecologisch rijgedrag van de chauffeurs en de efficiëntie van de voertuigen. Wanneer een metro bijvoorbeeld remt, injecteert die een deel van de elektriciteit terug op het net. Verder is er veel aandacht voor milieuvriendelijke infrastructuur bij renovatie- en bouwprojecten.
100% groene elektriciteit
Naast voertuigen en infrastructuur speelt energievoorziening een belangrijke rol in de duurzaamheidsstrategie. De energie die de MIVB verbruikt, is gecertificeerd als 100% hernieuwbaar of is lokaal geproduceerd dankzij zonnepanelen.
De energiebehoefte van de MIVB zal de komende jaren alleen maar toenemen. Het is bijvoorbeeld de bedoeling om de volledige busvloot tegen 2035 elektrisch te laten rijden. In het licht daarvan ging de MIVB verder op zoek naar diverse energiebronnen. Daarbij wilden ze vooral zo weinig mogelijk afhankelijk zijn van de schommelingen op de markt en focussen op lokale consumptie.
Het is een kwestie van de juiste balans vinden tussen de traditionele markt en off-site oplossingen.
Op zoek naar een groene, lokale, off-site energiebron
Thibaut Van Vyve, Asset Manager Energy bij de MIVB: “Als openbaar bedrijf hebben we een langetermijnvisie nodig om onze budgetten te verdelen. Enkele jaren geleden voorspelden we al dat de traditionele energiemarkt echter minder stabiel zou worden. Daarom wilden we de volatiliteit van de traditionele markt aanvullen met een overeenkomst die ons meer zekerheid zou bieden. Daarvoor gingen we bovenop ons originele garantiesysteem en onze zonnepanelen ook op zoek naar nieuwe off-site energiebronnen. En dat zo groen en lokaal mogelijk.”
Om die behoeften in te vullen, legde de MIVB al in 2021 een vraagstuk neer bij AYA. De uitdaging daarbij is niet alleen om de juiste aankoopstrategie te ontwikkelen, maar ook om op zoek te gaan naar een off-site project.
AYA zag in Aspiravi de ideale partner om de MIVB van windenergie te voorzien. Sinds april 2023 heeft de MIVB dan ook een overeenkomst gesloten met Aspiravi om lokale windenergie af te nemen.
Aspiravi heeft intussen meer dan 20 jaar ervaring in windenergie. Dat staat gelijk aan 405 windturbines en meer dan 1600 MW aan geïnstalleerd vermogen. Daarmee voorziet de projectontwikkelaar groene energie voor 1,5 miljoen gezinnen. Dankzij de samenwerking met de MIVB faciliteert Aspiravi nu ook voor het eerst stroomlevering aan commerciële klanten.
Een forse vergroening dankzij windenergie
De MIVB zal 100% van de geproduceerde groene stroom door de recent gebouwde windparken in Pelt, Ruddervoorde en Wervik afnemen. Op die manier kan de MIVB een forse vergroening van haar stroomafname en -verbruik doorvoeren.
Alexandre Indekeu, Energy Manager bij AYA: “Windenergie vermindert niet alleen de afhankelijkheid van fossiele brandstoffen, het is ook een onuitputtelijke bron die altijd voorradig zal zijn. Denk maar aan de bussen die ook ‘s nachts kunnen opladen.”
Power Purchase Agreement
Een PPA is een win-win: inkomstenzekerheid voor de producent, budgetzekerheid voor de afnemer.
De MIVB en Aspiravi gaven de overeenkomst vorm in een Power Purchase Agreement (PPA). AYA fungeert daarbij als onafhankelijke adviserende kennispartij tussen afnemer en producent en leidde ook contractueel alles in goede banen. Het resultaat is een vijfjarig contract voor de levering van 50 GWh/jaar. Dat staat gelijk aan 20 procent van het hoogspanningsverbruik van de MIVB.
“Het is tot op vandaag nog vrij uniek om als ontwikkelaar van groene stroom zoals windenergie een vaste prijs te krijgen voor de productie,” benadrukt Alexandre. “Het is een win-winsituatie, want de producent geniet inkomstenzekerheid en de afnemer budgetzekerheid.”
Een duidelijke fit tussen producent en afnemer
Bert Deprest, Market and Portfolio Manager bij Aspiravi: “We merken dat bedrijven steeds meer op zoek gaan om hun energie rechtstreeks bij de producent af te nemen. Daarom kiezen we er bij Aspiravi voor om commerciële klanten bij te staan in hun energietransitie. Op het moment dat AYA bij ons aanklopte met het vraagstuk van de MIVB, hadden wij een aantal units in volle constructie die in aanmerking kwamen voor dit project.”
Er moet echter 100% een fit zijn met de afnemer. Bert: “Niet elke partij kan de geproduceerde capaciteit van acht windmolens aan. We hadden een klant nodig die volledig mee was in het verhaal. Niet alleen qua volume, maar ook op het gebied van visie.”
AYA zorgde er met hun kennis en ervaring voor dat de verwachtingen en het vertrouwen bij alle partijen goed zat
Thibaut vult aan: “Ook voor ons was het een absolute meerwaarde om met AYA samen te werken. Ze beschikken over een groot netwerk van partners. Op een paar maanden tijd konden we tot een akkoord komen, wat niet evident is in de context van een openbare aanbesteding.”
Een duurzame toekomst
De komende maanden en jaren ligt de focus voor de MIVB en AYA op de facturatie opvolgen en de aankoopstrategie verfijnen. Daarbij denkt de MIVB in ieder geval aan bijkomende PPA’s.
“We weten dat de markt diverser wordt, maar ook complexer,” besluit Thibaut. “We verwachten nog meer veranderingen en meer diverse manieren om PPA’s aan te kopen. AYA kent de markt als de beste en ook in de toekomst zullen we rekenen op hun advies, zoals we nu gedaan hebben. Ze gingen aan de slag met onze behoeften, zodat wij konden focussen op onze interne keuken: het openbaar vervoersnetwerk ontwikkelen.”